Q & A Pensioenakkoord
Leden van de FNV, waaronder ook de leden van Nautilus International en FNV Waterbouw, hebben zich vorig jaar juni in ruime meerderheid uitgesproken voor het pensioenakkoord, dat toen tussen kabinet, werkgevers- en werknemers organisaties werd afgesloten. Het ledenparlement van de FNV, het hoogste orgaan van de vakbond, met daarin ook 1 Nautilus/FNV Waterbouw vertegenwoordiger, heeft vervolgens op basis van deze uitslag ingestemd met dit akkoord. In dit pensioenakkoord werden doelstellingen en kaders afgesproken ten aanzien van: het nieuwe pensioencontract, regelingen voor zware beroepen, de zogenaamde witte vlekken (mensen die geen pensioenvoorziening hebben) en de minder snelle stijging van de AOW-leeftijd. Het afgelopen jaar is er stevig onderhandeld over de uitwerking van het pensioenakkoord en op 12 juni jongstleden werd er een akkoord bereikt over deze uitwerking.
Voldaan aan doelstellingen
De besturen van Nautilus International en FNV Waterbouw en de Raden van Advies van beide besturen zijn van mening dat wordt voldaan aan de eerder gestelde doelstellingen uit dit hoofdlijnenakkoord en hebben dit advies vervolgens meegegeven aan onze afgevaardigde in het ledenparlement van de FNV. Dit betekent niet dat het nieuwe stelsel ideaal is. Zowel het pensioenakkoord als de uitwerking kennen natuurlijk ook haken en ogen en die kunnen ook voor verschillende fondsen, groepen en sectoren nog verschillen. Maar alles afwegende vinden wij het een belangrijke stap vooruit. Niet hervormen was geen optie. Ook zouden er zonder pensioenakkoord geen afspraken tot stand zijn gekomen over de minder snelle stijging van de AOW en over zware beroepen. Beide onderwerpen zijn heel belangrijk voor veel van jullie, maritieme professionals in zware beroepen.
Het FNV ledenparlement zou op 19 juni beslissen of deze uitwerking voldoet aan de doelstellingen en kaders die werden afgesproken in het pensioenakkoord van 2019. Nautilus heeft, zoals hierboven al vermeld, 1 stem in het ledenparlement, waar in totaal 105 parlementsleden, vanuit alle FNV-sectoren, zitting in hebben.
Stemming in FNV Ledenparlement uitgesteld naar 4 juli
Het FNV-ledenparlement heeft uiteindelijk 19 juni toch nog niet gestemd over de uitwerking van het pensioenakkoord. De stemming kon niet doorgaan doordat te weinig leden waren ingelogd. De stemming werd vervolgens tot 4 juli a.s. uitgesteld. FNV-voorzitter Han Busker benadrukte in een verklaring dat de invulling niet is weggestemd. ‘Ik was heel graag op 19 juni tot besluitvorming gekomen, maar een deel van het ledenparlement was daar nog niet aan toe. We willen dit zorgvuldig doen. Daarom is de vergadering van 19 juni niet gebruikt om te stemmen, maar om vragen te beantwoorden van parlementsleden over de invulling van het pensioenakkoord. ‘
De bedoeling van de Minister van SZW is om na instemming van alle partijen met het nieuwe contract naar de Tweede Kamer te gaan.
Vragen en antwoorden
Inmiddels zijn er tal van artikelen in de media verschenen met tal van meningen en beschouwingen over de in’s en out’s van het pensioenakkoord. Tevens stuurde minister Koolmees op 22 juni jongstleden een toelichtende brief naar de Tweede Kamer.
Ook diverse Nautilus/FNV Waterbouw leden hebben inmiddels de nodige vragen gesteld over het pensioenakkoord naar aanleiding van dit alles. Hieronder een overzicht van de meest gestelde vragen en antwoorden:
NB op de FNV website staan nog meer antwoorden en veel nieuwe informatie en documenten. Er staan ook links op naar webinars met uitleg.
Nog op te merken is dat de maritieme pensioenfondsen (Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij, Bedrijfspensioenfonds voor de Rijn– en Binnenvaart en het pensioenfonds voor de Waterbouw) het in het huidige stelsel relatief goed hebben gedaan ten opzichte van veel andere fondsen. Kortingen zijn thans niet aan de orde en ook heeft over afgelopen jaren gedeeltelijke indexatie plaatsgevonden.
Onderwerp – Nieuw pensioenstelsel
Waarom is een stelselherziening eigenlijk nodig? We hebben toch een van de beste stelsels ter wereld ? Ik begrijp best dat een en ander aangepast moet worden in het stelsel maar moet het zo rigoureus?
Het huidige stelsel kwam tot stand in de jaren vijftig. Er is de afgelopen decennia veel veranderd in de samenleving. De demografie, de economie en de arbeidsmarkt zijn veranderd. Mensen worden ouder. Het aantal gepensioneerden is toegenomen ten opzichte van het aantal werkenden. Mensen veranderen sneller van baan. Ook zijn pensioenen en aanspraken gevoeliger voor ontwikkleingen op de financiele markten. Met name de rentegevoeligheid van pensioenen en aanspraken begint steeds meer te knellen. Dit heeft er toe geleid dat dat veel pensioenen en aanspraken niet of nauwelijks zijn verhoogd en in sommige gevallen zelfs gekort zijn. Deze ontwikkelingen maken dat aanpassing van het stelsel nodig is om weer toekomstbestendig te zijn rekening houdend met alle bovengenoemde ontwikkelingen.
Onderwerp – hoogte pensioen
Is het salaris niet langer het ijkpunt voor de hoogte van het te bereiken pensioen en worden beleggingswinsten bepalend voor de hoogte van het pensioen?
Uit de doorrekeningen van het nieuwe contract blijkt dat de doelstelling 80% van het middelloon bij 42 jaar werken haalbaar blijft bij een adequate en stabiele premie. Voor de hoogte van het pensioen zijn bepalend de premieinleg en het rendement. Sociale partners bepalen de pensioendoelstelling en spreken de premie af die nodig is om die doelstelling te realiseren.
Worden de rendementen op de beurs niet in hoge mate bepalend voor de hoogte van de pensioenen waardoor het directe verband tussen de hoogte van de uitkering en het eerder verdiende salaris verdwijnt en je pech- en gelukgeneraties krijgt? Wordt ons pensioen geen casinopensioen?
De kans op mee- en tegenvallers wordt groter, maar er worden schokdempers ingebouwd om dat effect te dempen. Belegginsgresulaten, zowel positieve als negatieve, kunnen over een periode van 10 jaar uitgesmeerd worden. Daarnaast is er spake van een solidariteits reserve waarmee schokken gedempt kunnen worden. Dit moet zorgen voor een stabielere uitkering. In het pensioencontract die sociale partners overeenkomen wordt vooraf vastgelegd hoe het behaalde fondsresultaat wordt verdeeld over de deelnemers en hoe de solidariteit binnen en tussen generaties is ingevuld. Nog op te merken is dat zowel in het oude als het nieuwe stelsel bepalend de premie inleg plus het beleggingsresultaat is voor de hoogte van het pensioen.
Op dit ogenblik betalen jullie premie voor een nominale aanspraak. Dit houdt een pensioen dat na ingang van de uitkering gelijk blijft en niet wordt geindexeerd. De kosten hiervoor worden gefinancierd vanuit de kostendekkende premie. De indexering moet behaald worden door beleggingsresulaat. Als er niet geindexeerd kan worden neemt de reële waarde van het pensioen af. De grootte van dit effect is afhankelijk van duur en de hoogte van de inflatie.
Waarom is er in het nieuwe stelsel meer kans op indexeren? Gooien we met het nieuwe stelsel onze huidige zekerheid niet overboord?
In het huidige stelsel speelt de rekenrente een hele grote rol. De verplichtingen moeten berekend worden op basis van de risicovrije rekenrente. De rente is de laatste decennia naar beneden gegaan waardoor de fondsen steeds meer geld in kas moeten houden omdat de verplichtingen groter worden. In de praktijk valt hier niet tegen op te beleggen met als resultaat dat de dekkingsgraden zakken. Ook het bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij, wordt hierdoor geraakt. Zij het in mindere mate doordat een deel van het renterisico is afgedekt. De afdekking van de rente beschermt het fonds tegen een daling van de rente. Op dit ogenblik is de dekkingsgraad 107,5%. Voor Pensioen voor de Rijn- en Binnenvaart en het pensioenfonds Waterbouw hebben met dezelfde problematiek te maken.
Een groot deel van de fondsen staat er slechter voor door de lage rente in combinatie met de huidige beurs. Fondsen moeten op basis van de huidige regels extra buffers aanhouden. Hoe hoger het risico, bijvoorbeeld wanneer het fonds meer in aandelen zit, hoe hoger de benodigde buffers.
In het nieuw voorgestane stelsel mag er eerder geïndexeerd worden. Om grote schokken te voorkomen kunnen rendementen (zowel positief als negatief) over een periode van 10 jaar worden gespreid. Daarnaast is er een solidariteitsreserve om schokken te dempen. Fondsen mogen bij het berekenen van het te bereiken pensioen rekenen met de rente plus een rendementsopslag. Voor dit laatste gelden wel maxima (om te voorkomen dat fondsen zich rijk rekenen).
Sociale partners moeten de pensioendoelstelling vaststellen van het pensioenresultaat en de risicohouding. Een grotere risicohouding houdt in dat op de lange termijn een hoger rendement behaald kan worden. De keerzijde is een grotere kans op kortingen. Doorrekeningen voor een 13 tal fondsen geeft aan dat er eerder geïndexeerd kan worden in het nieuwe stelsel. Daar staat tegenover dat de nominale zekerheid wordt losgelaten. Met betrekking tot deze zekerheid is op te merken dat deze zekerheid ook in zekere mate beperkt is. Sommige fondsen hebben afgelopen jaren moeten korten, ook heeft afgelopen jaren bij veel fondsen geen of beperkte indexatie plaatsgevonden. Ook nu dreigen voor een aantal fondsen met een dekkingsgraad van ruim onder de 90% flinke kortingen..
Gaat het benodigde rendement er wel komen nu pensioenfondsen steeds meer duurzaam beleggen?
Ten aanzien van duurzaam beleggen is op te merken dat duurzaam beleggen extra rendement oplevert. Bij BPF Koopvaardij is over de afgelopen jaren gebleken dat duurzaam beleggen loont. Uit metingen van het beleggingsresultaat is gebleken dat het rendement hoger ligt dan wanneer hier geen rekening mee wordt gehouden. Jullie kunnen meer informatie hierover vinden in de jaarverslagen van je pensioenfonds. Naast dat de fondsen dit zelf belangrijk vinden (geen kinderarbeid, respect voor mensenrechten, goed bestuur etc) komt er ook aanvullende EU wetgeving op dit vlak voor financiële instellingen.
Nu de doorsneepremie wordt afgeschaft ben ik bang dat ik als oudere werknemer onvoldoende wordt gecompenseerd. Hoe wordt voorkomen dat ik kind van de rekening word?
Afgesproken is dat alle werknemers persoonlijk inzicht krijgen in de hoogte van hun pensioen dat zij voor de overstap mochten verwachten en het verwachte pensioen na overstap. Sociale partners laten in samenwerking met het pensioenfonds zien welke maatregelen er genomen zijn om adequaat te compenseren en welke mogelijkheden zijn benut om de compensatie te financieren. Dit vereist dus maatwerk op fondsniveau. Met betrekking tot de afschaffing van de doorsneepremie zullen de effecten en de oplossingen worden meegenomen in het transitieplan wat sociale partners in samenspraak met ieder fonds moeten opstellen. Generiek is het lastig te zeggen hoe de compensatie wordt ingevuld omdat dit fondsafhankelijk is (oa deelnemersbestand, financiële positie, stand van de rente) Ook hier spelen sociale partners dus een rol bij de invulling.
Wat gebeurt er met de aanspraken die ik tot op heden heb opgebouwd?
De bestaande aanspraken worden standaard 'ingevaren' in de nieuwe pensioenregeling. Sociale partners worden wettelijk verplicht een transitieplan op te stellen waarin wordt aangegeven hoe met bestaande aanspraken wordt omgegaan. Het transitieplan wordt getoetst door het pensioenfondsbestuur alvorens de opdracht van de nieuwe regeling wordt aanvaard. Het kabinet als wetgever schrijft voor hoe bestaande aanspraken en rechten worden omgerekend naar het nieuwe contract.
Is de nieuwe regeling bedoeld als een bezuining voor werkgevers?
De herziening van het pensioencontract is niet bedoeld als versobering maar om het stelsel toekomstbestendig te maken. Er blijft voldoende ruimte om de huidige doelstelling voor het te verwachten pensioen te realiseren. Sociale partners bepalen in gezamenlijk overleg de pensioendoelstelling en de bijbehorende premie. Het nieuwe stelsel moet eerder perspectief bieden op een koopkrachtig pensioen. In goede tijden gaan pensioenen eerder omhoog maar in slechte tijden eerder omlaag. Het stelsel moet transparanter en pensoonlijker zijn en het nieuwe stelsel moet beter aansluiten bij de ontwikkelingen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Deze doelstelling wordt met het nieuwe contract ingevuld.
Onderwerp – Feedback pensioenakkoord
Kunnen wij nog stemmen over de uitwerking van het akkoord?
Nee dat kan niet. In 2019 heben alle leden van de FNV, waaronder ook de leden van Nautilus en FNV Waterbouw, mogen stemmen over de doelstellingen van het pensioenakkoord. Deze doelstellingen zijn nu uitgewerkt. Het is het ledenparlement van de FNV dat op 4 juli haar stem uitbrengt of de doelstellingen voldoende zijn ingevuld. Nautilus en FNV Waterbouw hebben 1 stem in het ledenparlement. De raden van Advies van Nautilus en FNV Waterbouw zijn van mening dat de doelstellingen voldoende worden ingevuld en hebben onze afgevaardigde in het ledenparlement een positief advies meegegeven.
Nautilus LP lid Henk Eijkenaar: Als LP lid sta ik trouwens achter het pensioen akkoord. Het is solidair, houdt kortingen tegen waar mogelijk en er is mogelijkheid voor compensatie voor de leeftijdsgroep die er op achteruit gaat. Het is niet ideaal maar het beste haalbaar en zoveel mogelijk toekomstbestendig.
Kortingen zijn thans niet aan de orde en ook heeft over afgelopen jaren gedeeltelijke indexatie plaatsgevonden.
Onderwerp – Akkoord over nieuw pensioenstelsel, meeste pensioenen in 2021 niet omlaag
Hoe zit het de komende jaren met het eventueel korten van rechten en aanspraken voordat het nieuwe contract in werking treedt bij een dekkingsgraad onder de 100%?
Afgesproken is dat fondsen die een dekkingsgraad hebben van boven de 90% op de peildatum 31 december 2020 niet hoeven te korten. Fondsen die hieronder zitten moeten wel maatregelen nemen. Voor de maritieme fondsen is dit thans niet aan de orde. Voor de jaren daarna zal van jaar tot jaar gekeken worden hoe om te gaan met eventuele kortingen wanneer fondsen een te lage dekkingsgraad hebben (mede in relatie tot de huidige corona crisis).
Onderwerp - Pensioenakkoord wil armoedeval weduwes dichten
Wat is er afgesproken ten aanzien van de wijziging van het partnerpensioen? Is het wel een verbetering?
Op verzoek van de minister van Sociale Zaken heeft de Stichting van de Arbeid een advies uitgebracht om het nabestaandenpensioen te verbeteren. Dit advies wordt overgenomen.
Het partner- en wezenpensioen wordt bij overlijden voor de pensioendatum verzekerd op risicobasis. De lengte van het dienstverband speelt geen rol en de hoogte is gekoppeld aan het loon (50% van het loon) zonder franchise.
Als je thans overgaat van het ene pensioenfonds naar het andere fonds en het nabestaanden pensioen is (gedeeltelijk) op risicobasis verzekerd dan valt het eerste deel weg. De voorgestelde wijziging voorkomt het ontbreken van dekking bij baanwisseling, werkeloosheid en echtscheiding. Voor het partnerpensioen na pensioendatum wordt uitgegaan van een op te bouwen kapitaal dat bij uitkering 70% van het ouderdomspensioen bedraagt. Uit het advies blijkt niet of opbouw direct plaatsvindt of dat uitruil plaatsvindt op pensioendatum vanuit het ouderdomspensioen. In beginsel maakt dit niet uit omdat ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen communicerende vaten zijn. Daarnaast wordt het wezenpensioen verbeterd (duur en hoogte).
Onderwerp - Datum invoering nieuw pensioencontract
Waarom wordt het nieuwe stelsel pas in 2026 ingevoerd?
Het nieuwe stelsel moet worden vastgelegd in wetgeving. Dit wetgevingstraject vraagt instemming van de Tweede en Eerste Kamer. Vervolgens moeten sociale partners afspraken maken over de invulling. Ook moet de administratie van de fondsen worden aangepast om de nieuwe regeling te kunnen uitvoeren. Dit alles vraagt tijd. Vandaar de datum van 1 januari 2026 voor de invoering van het nieuwe stelsel.
Onderwerp - Zware beroepen
Het beroep van (zee)varende is aan te merken als een zwaar beroep. Afgelopen jaren hebben we de pensioenleeftijd alleen maar omhoog zien gaan. Wat is er geregeld voor ons?
Het pensioenakkoord behelst meer dan een hervorming van het pensioenstelsel. Ook bevriezing van de AOW leeftijd voor de komende jaren en vervolgens de minder snelle stijging van de AOW leeftijd en de afspraken rondom zwaar werk maken hier onderdeel van uit. Neem bijvoorbeeld de afspraken rondom de RVU die het mogelijk maken om drie jaar eerder uit te treden met een bijdrage van de werkgever. Inmiddels zijn de eerste afspraken vooruitlopend op de wetgeving hierover gemaakt in de maritieme sector. Ook is er een subsidiepot beschikbaar van 1000 miljoen Euro voor vervroegde uittreding en projecten of initiatieven rond duurzame inzetbaarheid.
Tags