Accessibility.SkipToMainContent

Hij is nog in de vijftig maar maakt zich, evenals veel andere oudere collega’s in de zeevaart, binnenvaart en waterbouw nu al zorgen of hij zijn pensioen wel op een gezonde manier zal halen. Rudolf Roozendaal (57) is kapitein op kleine zeevaartschepen. Eerder stoppen is echter voor hem geen optie.

NOS/Nieuwsuur zond op 17 augustus jongstleden een interview met hem uit, in het kader van een speciale aflevering over zwaar werk en zware beroepen.

Steeds je bed weer uit

Rudolf Roozendaal: ’Ik moet nog tien jaar. Ik word nu ietsjes ouder en het is geen klaagverhaal maar ik begin bijvoorbeeld mijn knieën te voelen. En als ik erg moe ben en wat spanning heb, dan krijg ik ineens pijn in mijn schouder terwijl ik dat nooit gehad heb.’ Het zijn deze klachten die hem aan het denken zetten: ‘Gaat het nog wel lukken, tien jaar door?’

'A good captain never goes to sleep’

De vele klim- en klauterpartijen aan boord, de steile laddertjes van acht meter naar het ruim op en af, beginnen Roozendaal steeds zwaarder te vallen. Maar ook de diensten van zes uur op en zes uur af, breken hem op tijdens die weken achtereen op zee. ‘En dan zitten we op zee nog in een redelijk vast ritme’, zegt hij. ‘In de haven is het maar net wie het in zijn hoofd krijgt om het schip te inspecteren, of aan boord te komen en te vragen naar de kapitein. Dan moet je je bed dus weer uit. Daar is geen ontkomen aan. Je bent kapitein, hè? A good captain never goes to sleep.’

Minder werken of niet?

Voor Rudolf Roozendaal zit minder werken er in de nabije toekomst echter niet in. Hij heeft zijn salaris, met meerdere studerende kinderen, de komende jaren nog hard nodig.

Een uitgebreider interview met Rudolf Roozendaal verschijnt in het Telegraph oktober nummer.

(Bronvermelding: een groot deel van deze tekst is afkomstig van de NOS/Nieuwsuur redactie.)

 


Tags

Word vandaag nog lid van Nautilus